Vanaf groep 4 werken wij -naast de weektaak in de ochtend-, ook thematisch met de bovenbouw. We laten ons hierbij inspireren door het curriculum van IPC. Dit internationale curriculum wordt in de eerste plaats niet gezien als een tastbaar document, maar als een geheel van interacties, bedoeld en onbedoeld, die in een groep plaatsvinden tussen leerkrachten, leerlingen, en ‘kennis’. Het curriculum is geen voorgeschreven programma, maar helpt ons keuzes te maken over de leerinhouden, hun volgorde, het biedt suggesties ten behoeve van diverse aanpakken én over de manier waarop we aan het individuele leren tegemoet kunnen komen. De doelstellingen spelen uiteraard een belangrijke rol, maar staan niet per definitie aan het begin van het proces. Ze worden vaak duidelijk op het moment dat de activiteit plaatsvindt en zijn afhankelijk van de leerbehoeften van de groep. De activiteit van het kind is het startpunt; het kind kán leren en wil daarbij zelf actief zijn!
Vrije instructiebord
Het stimuleren van de autonomie van leerlingen staat bij ons hoog in het vaandel. We hebben tijdens onze Dalton-experimenten ontdekt dat leerlingen graag effectief en doelgericht werken. Ze willen graag eigenaar zijn van hun leerproces. De mate waarin verschilt per leerling.
De leerkrachten werken met kleine instructiegroepen (EDI). Zij zijn de experts en stellen vast wanneer een leerling al dan niet instructie behoeft over een leerdoel. Leerlingen die verplicht instructie moeten volgen, noteren dit op hun weektaak. Zij volgen eerst de instructie, waarna ze dit al dan niet zelfstandig verwerken.
Leerlingen die niet aan de verplichte instructie deelnemen, mogen zich op basis van eigen inzicht alsnog inschrijven voor die instructie. Dit kan voorkomen wanneer een leerling onzeker is of tijdens de zelfstandige verwerking concludeert dat het een korte kick-start nodig heeft. Deze kinderen schrijven zich gedurende de dag in op het ‘vrije instructiebord.’
